Sinds 1 januari is in ons land de nieuwe Wet Franchise van kracht. Franchisenemers hebben hierdoor met ingang van dit jaar meer rechten. Doel van de wet is namelijk de positie van franchisenemers, zoals exploitanten van formulecafetaria’s, te versterken ten opzichte van de franchisegever en/of formulehuizen.

Over de Wet Franchise is lang gesproken. In juni keurde de Eerste Kamer de wet goed; vorige maand is de wet officieel gepubliceerd. De Wet Franchise is toegevoegd aan het Burgerlijk Wetboek (BW). Over vijf jaar zal worden geëvalueerd of het doel (versterking van positie van franchisers) inderdaad is bereikt.

Meer informatie vooraf

Door de nieuwe wet moet willekeur bij franchisegevers zoveel mogelijk worden uitgesloten. Voordat een franchisenemer tot een formule toetreedt, moet de formule alle relevante data ter beschikking stellen. Zo moet de franchisegever op grond van andere vestigingen een reëel beeld geven van de omzetprognoses. Verder staat omschreven dat franchisers mogen verwachten dat ze door het formulehuis goed worden ondersteund.

Overleg over veranderingen

De Wet Franchise regelt ook één en ander over veranderingen in de formule, zoals bijvoorbeeld de vernieuwing van de huisstijl. Franchisegevers kunnen bij het doorvoeren van wijzigingen niet op eigen houtje opereren. De meerderheid van een franchiseraad van Nederlandse franchisers moet vooraf goedkeuring geven aan veranderingen van de formule en de bijbehorende kosten.

Kosten

Verder moet een formule zijn franchisegevers goed informeren over wat er met hun geldelijke bijdragen (zoals verplichte marketingfee’s) gebeurt. Franchisegevers moeten inzicht geven in de verhouding tussen fee’s en de werkelijke kosten. Ook moet inzichtelijk worden gemaakt in hoeverre een franchisenemer goodwill opbouwt; als een franchisenemer afscheid neemt van een formule, moet duidelijk zijn of hij recht heeft op een goodwillsom.

Lees ook Achtergrond: Franchise in de horeca: groei zet door