Afnemers van gebruikt frituurvet hebben onderling afspraken gemaakt over de prijs die ze aan ondernemers betalen. Dat is in strijd met het kartelverbod, oordeelt de Autoriteit Consument en Markt. Wat betekent dat voor ondernemers en welke stappen onderneemt ProFri? Hier volgen 7 vragen en antwoorden.
1. Wat is er precies aan de hand met de inkoop van gebruikt frituurvet?
Vertegenwoordigers van Rotie (nu het Belgische Quatra) en UCO Kampen hadden van februari 2011 tot en met februari 2016 contact met elkaar. Daarnaast sprak Rotie van november 2012 tot en met december 2018 met Nieuwcom, handelend onder de naam Olthuis. De drie bedrijven maakten afspraken over wie bij welke horecaonderneming gebruikt frituurvet inkocht en tegen welke prijs.
2. Hebben ze ondernemers dan te weinig betaald voor gebruikt frituurvet?
De vergoeding die horecaondernemers voor hun gebruikte frituurvet hebben gekregen, was door de kartelafspraken inderdaad lager dan gebruikelijk. Uit het onderzoek van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) blijkt bijvoorbeeld dat de drie bedrijven elkaar aanspraken op ‘te hoge’ inkoopprijzen. Ze verzochten elkaar de inkoopprijs te verlagen.
3. Wat is het gevolg voor deze bedrijven?
De ACM stelde op 30 september 2021 vast dat de drie bedrijven het kartelverbod hebben overtreden. Rotie kreeg een boete van ruim 2 miljoen euro. Voor Nieuwcom (Olthuis) was de boete ruim 1,5 miljoen euro. Daarnaast zijn enkele leidinggevenden persoonlijk beboet. UCO Kampen is inmiddels failliet en ontliep daardoor de boete.
4. Wat kunnen gedupeerde ondernemers doen?
Het boetebedrag wordt niet gebruikt om ondernemers te compenseren, maar gaat naar de schatkist. Elke horecaondernemer die benadeeld is, kan zelf een schadevordering instellen. Dat kost natuurlijk geld. Eerst zullen partijen proberen om tot een schikking te komen. Als dat niet lukt, moet de rechter eraan te pas komen. Voor een individuele gedupeerde weegt het schadebedrag waarschijnlijk niet op tegen de proceskosten.
5. Kunnen ondernemers gezamenlijk optrekken?
Gedupeerden kunnen samen een procedure starten tegen de karteldeelnemers en de kosten delen. Echter blijft de uitkomst van een procedure – en daarmee de kosten – tot het einde onzeker. Een procesfinancier kan uitkomst bieden. Dat is in feite een investeerder die geld verdient met het financieren van juridische procedures. Gedupeerden betalen dan slechts een bijdrage als de procedure gewonnen wordt.
Naast de financiële kant moet er ook een partij zijn die het proces leidt en zorgt dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Dat kan met het oprichten van een claimvehikel, dat op basis van een volmacht van de gedupeerden en in naam van de gedupeerden procedeert. Het claimvehikel kan ook de schadevordering overnemen en op eigen naam procederen, eventueel met procesfinanciering.
6. Welke stappen onderneemt ProFri?
ProFri gaat onderzoeken hoe groot de belangstelling onder haar leden is om een schadevergoeding te vorderen van Rotie en Olthuis. Ook plaatst de vereniging via vakplatform Frituurwereld.nl een oproep aan alle andere frituurzaken.
ProFri gaat tevens in gesprek met andere brancheverenigingen, zoals de Vereniging Chinees-Aziatische Horeca Ondernemers, het Nederlands Horeca Gilde en Koninklijke Horeca Nederland. In potentie zijn er immers tienduizenden gedupeerden. Gezamenlijk optreden ligt daarom voor de hand.
Bij voldoende belangstelling wordt er naar de economische aspecten van de zaak gekeken. De vraag is hoe groot de schade precies is en of de schuldenaars voldoende financieel draagkrachtig zijn.
Daarna komt het juridische onderdeel aan de orde. Rotie en Nieuwcom zullen ongetwijfeld bezwaren opwerpen. Welke verweren zijn te verwachten en kunnen die worden weerlegd? Wat ProFri betreft moet er een redelijk zicht zijn op een positieve uitkomst.
Tot slot komt de organisatie van de procedure aan bod. Ook in dit kader zal naar de kosten worden gekeken.
7. Kan ik me nu al aanmelden voor een gezamenlijke claim?
Leden van ProFri kunnen zich op voorhand aanmelden als gedupeerde. Stuur een bericht met jouw gegevens naar secretariaat@profri.nl met daarin de volgende bijlagen:
- Een recent uittreksel van de KvK
- Indien die er zijn contracten (inclusief de algemene voorwaarden) die je met de karteldeelnemer t.a.v. de inkoop van gebruikt frituurvet hebt gesloten
- Een overzicht van de facturen met de hoeveelheden gebruikt frituurvet en de ontvangen koopsommen die je tijdens de looptijd van het kartel (2011 t/m 2018) van de karteldeelnemer hebt ontvangen (bij voorkeur enkele voorbeelden van deze facturen toevoegen)
Met deze gegevens kan de vereniging tevens een betere inschatting maken van de mogelijke claim die zij samen met de andere verenigingen of individueel wil gaan organiseren.
Andere gedupeerden moeten nog even de eerder genoemde oproep afwachten of de berichtgeving van de vereniging waarbij ze zijn aangesloten.
Vragen
Voor vragen over deze kwestie kunnen ondernemers van cafetaria’s, snackbars en andere frituurzaken terecht bij de Vereniging Professionele Frituurders: 040-7200900 (optie 1).
Ben je nog geen lid, dan is dit misschien een mooi moment om je bij de vereniging aan te melden. Voor de rest van dit kalenderjaar betaal je geen contributie en weet je als frituurprofessional voortaan dat ook jouw belangen goed worden behartigt.