);

Van oudsher vormden salarissen circa 18 procent van alle kosten in de cafetaria. Dit percentage is in veel bedrijven flink opgelopen. Het ligt nu vaak ruim boven de 25 procent, soms al rond de 30. Het lijkt er niet op dat dit aandeel zal dalen.

1. Hogere minimumlonen
De wettelijke minimumlonen stijgen door. Op 1 juli gingen ze 2,42 procent omhoog. Ook per januari en juli 2026 staan loonsverhogingen op de rol. Het wettelijk minimum uurloon voor medewerkers van 21 jaar en ouder ligt sinds 1 juli op € 14,40 bruto. Bij een 40-urige werkweek is dit 2496 euro (was 2438 euro).

2. Lonen onder 21
Voor werknemers jonger dan 21, zijn de bruto uurlonen sinds 1 juli: € 11,52 (20), € 8,64 (19), € 7,20 (18), € 5,69 (17), € 4,97 (16) en voor 15-jarigen € 4,32. Deze bedragen staan los van eventuele extra’s in de Horeca-cao. Zo krijgen medewerkers die langer dan tien jaar in dienst zijn extra vakantiedagen.

3. Komt er meer aan?
Ook per 1 januari en 1 juli 2026 stijgen de lonen. Daarnaast liggen mogelijk meer zaken in het verschiet. Zo pleit Horecabond FNV voor een wettelijk minimumloon reeds vanaf 18 jaar (en dus niet vanaf 21). Daarnaast lijkt per 2027 het nuluren-contract te gaan verdwijnen. Er komen basiscontracten voor terug.

4. Opnieuw calculeren?
Ondernemers moeten opnieuw calculeren. Voor een gezonde bedrijfsvoering is een bruto winstmarge van 70 procent geboden. Er zijn ook ondernemers die vinden dat de brutowinst eigenlijk op minstens 75 procent moet liggen.